James Watt vond de stoommachine uit. In 1769 verbeterde hij deze.

 

                             

De stoommachine leverde nog veel meer energie dan water. Door water met steen te verhitten ontstond stoom. Stoommachines moesten erg sterk zijn vanwege de hoge druk., anders zou hij misschien uit elkaar barsten.

Stoommachines waren niet van hout, maar van ijzer. Als de stoommachine van hout was gemaakt, was de druk voor de machine veel te hoog geweest.

Door de stoommachine ging de productie veel sneller, kwamen er steenkoolmijnen, ijzerfabrieken en machinefabrieken. Deze mijnen en fabrieken waren nodig voor de productie. Zo werd de stoommachine de basis van de industrie.

Stoommachine